Dit jaar is het 100 jaar geleden dat The Walt Disney Company werd opgericht. In die 100 jaar is het bedrijf uitgegroeid tot één van de grootste bedrijven in de filmindustrie en de media in het algemeen. Daarom zal ik dat jaar in een aantal artikelen aandacht besteden aan Disney, te beginnen met het vroegste begin, nog voordat Disney werd opgericht.
Walt Disneys jeugd en de Laugh-O-Grams
Al vanaf jonge leeftijd was Walt Disney geïnteresseerd films en vooral in tekenen. Hij maakte cartoons voor de schoolkrant en volgde cursussen om zijn tekenvaardigheden te verbeteren. Ook toen hij na zijn schooltijd en de Eerste Wereldoorlog werk vond in Kansas City, Misouri, had dit met tekenen te maken: hij maakte cartoons voor commerciële doeleinden voor verschillende opdrachtgevers. Hier ontmoette hij Ub Iwerks, die ook tekenaar was. Toen het met het bedrijf slechter ging, werden Disney en Iwerks allebei ontslagen. Hierop besloten de twee samen een eigen bedrijf te beginnen: Iwerks-Disney Commercial Artists.
Dit nieuwe bedrijf wilde niet van de grond komen, dus moesten Disney en Iwerks op zoek naar een andere manier om geld te verdienen. Ze gingen daarom allebei werken bij een bedrijf dat zich onder andere bezig hield met het maken van commercials met daarin animatie. Dit was de tijd waarin Disney steeds meer interesse kreeg in animatie. Hij begon er zelf mee te experimenteren en wilde dit ook in de praktijk brengen. Deze kans kreeg hij niet bij zijn werkgever en begon daarom een nieuw zakelijk avontuur met collega Fred Harman. Zij leverden animaties aan het lokale Newman Theater. Deze cartoon kwamen bekend te staan als Newman’s Laugh-O-Grams.
De Laugh-O-Grams werden een succes en in 1921 werd Laugh-O-Gram Studio opgericht. Het animatieteam werd uitgebreid, onder andere met Iwerks. Disney en zijn collega’s kregen met dit nieuwe bedrijf de mogelijkheid om hun animatievaardigheden verder te ontwikkelen. Lang heeft Laugh-O-Gram Studio echter niet bestaan. De korte animatiefilmpjes leverden simpelweg te weinig op en in 1923 ging het bedrijf failliet.
De Alice Comedies en de oprichting van The Walt Disney Company
In juli van 1923 vertrok Walt naar Los Angeles, waar zijn broer Roy ook was. Hier hoopte hij een kans te krijgen om filmregisseur te worden van live-actionfilms, hoewel hij na het avontuur met Laugh-O-Gram Studio ook nog steeds geïnteresseerd was in cartoons. Beide interesses kwamen samen in Alice’s Wonderland (niet te verwarren met de latere Disneyfilm Alice in Wonderland). Dit was een korte film die hij al maakte in de tijd van Laugh-O-Gram Studio, waarin een jong meisje (“Alice,” gespeeld door Virginia Davis en dus niet geanimeerd) avonturen beleeft in een geanimeerde wereld.
Walt probeerde Alice aan de man te brengen in Hollywood. Dit kostte wat moeite, maar uiteindelijk kreeg hij van filmdistributeur Margaret J. Winkler een kans. Walt mocht een serie van zes Alice Comedies maken, met een optie voor nog twee series van zes. Walt greep deze kans met beide handen aan en richtte samen met broer Roy het bedrijf op dat later The Walt Disney Company zou gaan heten om de Alice-cartoons te produceren. Daarnaast kwam ook Ub Iwerks, die in Kansas City was achtergebleven, werken als animator bij het nieuwe bedrijf.
In de loop van de tijd veranderde het karakter van de Alice Comedies. Walt wilde eigenlijk meer doen met animatie, waardoor het live-actionpersonage Alice hem een beetje in de weg ging zitten. Haar rol werd daarom steeds kleiner, terwijl de rol van haar geanimeerder kat Julius steeds groter werd. Een ander personage dat voorkwam in verschillende Alice Comedies is Pete, die in ons land beter bekend is onder de naam Boris Boef. Hoewel hij toen nog een beer was en geen kat zoals nu, is hij wel degelijk hetzelfde karakter. Daarmee is hij het oudste Disneypersonage dat tegenwoordig nog steeds voorkomt.
Van Oswald the Lucky Rabbit naar Mickey Mouse
In 1927 wist Charles Mintz, die de distributie van de Alice Comedies overgenomen had van zijn vrouw Margaret Winkler, het voor elkaar te krijgen om voor Disney een contract met Universal te regelen. Daarbij moest Disney elke twee weken met een nieuwe cartoon komen. Omdat Disney geen mix van live-action en animatie meer wilde, werd Alice aan de kant geschoven en werd er door Walt en Iwerks een nieuwe ster bedacht: Oswald the Lucky Rabbit.
Oswald was een karakter dat in allerlei grappige situaties terechtkwam, zoals je dat vast wel kent van de Disney-cartoons van vroeger. Er werd steeds beter nagedacht over de films en hoe ze ervoor konden zorgen dat ze zouden aanslaan bij het publiek. En met effect, want Oswald groeide uit tot een groot succes.
Walt hoopte in 1928 met een nieuw contract meer geld te kunnen gaan verdienen aan Oswald. Dit liep uit op een grote teleurstelling. Charles Mintz wilde juist minder betalen en als Walt hiermee niet akkoord zou gaan, zou hij een eigen studio starten met animators van Disney, die hij al benaderd had. Aangezien Universal de rechten over Oswald the Lucky Rabbit had, zou Disney ook dit personage kwijtraken.
Walt ging niet akkoord. Daarom moest hij met Iwerks, de enige andere animator die Disney trouw was gebleven, op zoek naar een nieuwe held. Toen bedachten ze Mortimer, maar Walts vrouw Lillian vond deze naam maar niks. Zij stelde een andere naam voor. En die naam kennen we allemaal: Mickey. Deze muis, waarvan het ontwerp vooral komt van Iwerks en waarvan Walt Disney zelf de stem inspreekt, is tot op de dag van vandaag misschien wel het meest bekende karakter dat Disney ooit heeft voortgebracht.
De Silly Symphonies
Het succes dat Mickey Mouse voortbracht, zorgde ervoor dat er voor Disney steeds meer mogelijk werd. Ze konden profiteren van technische vooruitgangen en daarnaast konden ze ook spelen met stijl, genre en storytelling. Dit gebeurde onder andere in de Silly Symphonies. Dit waren korte animatiefilms op muziek. In sommige van deze Silly Symphonies kwamen ook personages voor die we nog steeds kennen. Zo was Pluto in verschillende Silly Symphonies te zien en maakte Donald Duck zijn debuut in The Wise Little Hen uit 1934.
In die tijd werden de Silly Symphonies als iets ontzettend bijzonders gezien, wat niet alleen zorgde voor een grote populariteit, maar ook voor succes bij critici. Zo hebben meerdere van deze cartoons een Oscar gewonnen voor beste korte animatiefilm. De meest succesvolle Silly Symphony was Three Little Pigs. Deze won een Oscar en was een kassucces: de film kostte $22.000 om te maken, maar leverde maar liefst $250.000 op. Ook was in deze korte film het eerste Disneylied te horen dat zou uitgroeien tot een hit: Who’s Afraid of the Big Bad Wolf? werd door veel mensen meegezongen.
De Silly Symphonies, die begonnen in 1929 en nog tot 1939 door zouden gaan, waren dus een groot succes, maar het was niet iets waarmee je het grote geld ging verdienen. Daarvoor moest je speelfilms maken. Om als studio te overleven, wilde Walt daarom naast de Silly Symphonies aan de slag met iets wat nog niemand eerder gedaan had: het maken van een geanimeerde speelfilm. Dit werd een belangrijk project waar de toekomst van de studio van af zou hangen. Maar dat is een verhaal voor een andere keer.
Laat een reactie achter