Na een jaar in de ijskast gestaan te hebben, barst het dit weekend weer los: het sodom en gomorra van onder de rivieren, oftewel carnaval. Zelf heb ik niks met verkleden of zuipen totdat je je maag eruit kotst op het toilet van Café ’t Pintje. Maar om niet te veel als Johan Derksen te klinken: er is één ding aan carnaval dat ik soms wel kan waarderen. Een aangezien je de titel van dit artikel al gezien hebt, weet je dat ik het dan heb over de muziek. Sommige carnavalshits zijn echte pareltjes. Een aantal van mijn persoonlijke favorieten behandel ik in dit artikel.
Er staat een paard in de gang – André van Duin
Dit is misschien wel de bekendste carnavalskraker. Dit nummer was eigenlijk de B-kant van de plaat van André van Duin; Flip Fluitketel was de A-kant. Desondanks kan bijna iedereen de tekst van dit nummer wel meezingen. En laten we eerlijk zijn, meer is er bij een carnavalsplaat ook eigenlijk niet nodig, toch?
De kneu – Zware Jongens
Deze is leuk omdat heel vaak kneu achter elkaar zeggen klinkt als het woord neuken.
Ja, zo’n simpele ziel ben ik.
Effe trekke – Sjansjee
Sjansjee is een meidenduo uit Brabant. Een jaar voor Effe trekke scoorden ze al een carnavalshit met het lied Ik wil je pijpen (over broekspijpen uiteraard). En ook de opvolger stelde niet teleur. Met teksten als “effe trekke, en dan gaat ie in je mond,” “wil je soms een dunne of een dikke” en “hij is alweer slap voor je het weet” heeft Sjansjee opnieuw laten zien wat een woordkunstenaars ze zijn. Dit nummer mag met recht een hoogtepunt in de Nederlandse cultuur genoemd worden.
Oh, en het lied gaat natuurlijk over een kroket uit de muur. Of hadden jullie wat anders gedacht, stelletje viespeuken?
Zachte G, harde L – Jos van Oss
Deze hit is gemaakt door Jos van Oss (uit Oss?). Dit nummer is al meer dan tien jaar oud, maar bespreekt een nog steeds actueel thema: pesten. Jos zingt over de moeilijkheden die hij heeft ervaren nadat hij verhuisde van ergens waar je met een zachte G praat naar het westen van het land. Hier werd hij uitgelachen vanwege zijn zachte G. Dit zorgde ook voor moeilijkheden in het vormen van relaties met vrouwen van het andere geslacht.
Gelukkig leren we in dit nummer ook dat Jos een manier heeft gevonden om om te gaan met deze vervelende situatie. Ondanks de moeilijkheden die erbij komen kijken, accepteert hij toch het feit dat hij die zachte G nou eenmaal heeft. Waarschijnlijk is het ook dit gevoel van acceptatie dat er uiteindelijk toch voor zorgt dat vrouwen hem in een ander licht gaan zien. Of het is, zoals hij zelf zegt, vanwege zijn harde L. Wat dat dan ook mag zijn. Maar hoe dan ook, gelukkig is het eind goed, al goed voor onze Jos van Oss.
Hoemoes Dà Òk Alweer? – Peter Selie
Ook dit is een nummer dat gaat over de moeilijkheden van het leven. In dit geval gaat het dan specifiek over het zware leven als veganist. Peter komt elke dag allerlei soorten eten tegen, maar hij weet elke keer niet of hij het vanwege zijn levensstijl wel mag nemen. Tegenwoordig zijn er natuurlijk best wel wat veganisten, dus veel mensen kunnen zich herkennen in de problemen van Peter. Daarom is dit een nummer dat velen zullen meezingen in de feesttenten.
Daar is Sywertje – 9 Meloen
Deze carnavalskraker gaat over Sywertje van Lienden. Inderdaad, die man die 9 miljoen euro aan belastinggeld (verdiend door hardwerkende Nederlanders) in eigen zak stak en vervolgens met uitgestreken smoel aankondigt dit niet terug te betalen. Zo’n oplichter verdient natuurlijk wel een eigen liedje. De teksten zijn niet alleen leuk, maar slaan ook de spijker op zijn kop. En om het verhaal helemaal compleet te maken: de tekst wordt gezongen op een gestolen melodie! Hoe toepasselijk.
Haha geniaal! Jammer dat je er niet bij was maar we hadden tijdens 1 vrijmibo ook bijna een carnavalskraker geschreven. Het begon met chips op je bil. 😀 Leuk artikel!
Wat een goud artikel! Deze krakers ga ik zeker luisteren als het carnaval is. Mijn favoriete carnavalskraker is toch wel: daar zit potentie in – Stefan de vries